Met de kadernota 2023-2026 zijn de uitgangspunten voor deze begroting vastgesteld. Dat is dan ook het vertrekpunt voor onderstaande tabellen. De meerjarenbegroting, en daarmee de cijfers in alle tabellen in deze begroting, zijn gebaseerd op bestaand beleid. Hierin zijn al uw besluiten tot en met de Kadernota 2023 verwerkt. Daarnaast zijn ook de structurele effecten van de zomerrapportage en de meicirculaire 2022 financieel vertaald.
Samengevat laat de onderstaande tabel daarmee de ontwikkeling van de meerjarenraming 2023-2026 zien. Ten aanzien van de kadernota 2023 is het financiële perspectief voor de jaren 2023 tot en met 2026 verbeterd.
Tabel: Meerjarig perspectief
Omschrijving (bedragen x € 1.000) | B 2023 | B 2024 | B 2025 | B 2026 |
---|---|---|---|---|
Saldo kadernota 2023 | -1.381 | 365 | 155 | -2.930 |
Effect algemene uitkering | 6.962 | 7.320 | 8.666 | 5.572 |
Autonome ontwikkelingen | -2.050 | -2.050 | -1.796 | -1.790 |
Overige ontwikkelingen | -3.001 | -3.974 | -5.024 | -4.718 |
Begrotingssaldi | 530 | 1.661 | 2.001 | -3.866 |
Tabel: specificatie saldo
Omschrijving (bedragen x € 1.000) | B 2023 | B 2024 | B 2025 | B 2026 |
---|---|---|---|---|
Waarvan incidenteel | -1.500 | -1.137 | -496 | 90 |
Waarvan structureel | 2.030 | 2.798 | 2.496 | -3.956 |
Per saldo | 530 | 1.661 | 2.001 | -3.866 |
Hieronder worden de tabellen toegelicht.
Effect algemene uitkering
De financiële gevolgen van de meicirculaire hebben een gunstig effect op het begrotingsresultaat. De mutaties laten zich in 3 categorieën onderscheiden: algemene mutaties, taakmutaties en decentralisatie- en integratie-uitkeringen. Een belangrijke algemene mutatie is de afname van het accres vanaf begrotingsjaar 2026, doordat het accres vanaf 2026 niet meer oploopt met de Rijksuitgaven.
Met uitzondering voor de eerste categorie gaat hier om gelabeld geld waar taken tegenover staan. De uitvoering van deze taken is in deze begroting verwerkt. Nadere toelichting van deze financiële mutaties is terug te lezen in de memo 'Financiële effecten meicirculaire gemeentefonds 2022' dat op 21 juni 2022 met de Gemeenteraad is gedeeld.
Autonome ontwikkelingen
Onder de noemer autonome ontwikkelingen hebben we het over het saldo van een veelheid mutaties (plussen en minnen) op de diverse budgetten in de begroting, zoals loon- en prijsbijstellingen, rentetoerekening en overige actuele bijstellingen op basis van autonome ontwikkelingen.
Het gaat niet om beleidsmatige aanpassingen in de begroting. Wanneer dit aan de orde is wordt dat expliciet aan de raad voorgelegd.
Overige ontwikkelingen
Binnen de kadernota 2023 is een aantal ontwikkelingen geschetst waar nog geen financiële consequenties aan zijn verbonden. Deze zijn onder deze post opgenomen. Daarnaast vinden de bestuurlijke ambities uit het coalitieakkoord 'Rheden Groener, socialer, dichterbij' hier hun financiële vertaalslag.
Specificatie saldo: Structureel versus incidenteel
Onderdeel van de cijfers is ook een aantal incidentele budgetten binnen de programma's. Een nadere toelichting per programma is opgenomen in onderdeel 4 (financiële begroting). Het structurele saldo dat daaruit volgt is vooral van belang voor de beoordeling van onze begrotingspositie door de provincie.
Sluitende meerjarenbegroting
De begroting 2023 is zo realistisch mogelijk opgesteld, waarbij op basis van bestaand en nieuw beleid eerdere ramingen tegen het licht zijn gehouden en zijn bijgesteld waar nodig. De basis voor bovenstaand meerjarenperspectief is het boekhoudkundige voorzichtigheidsprincipe. Dit betekent dat kosten reëel worden geschat en niet vooruit wordt gelopen op mogelijke baten (tenzij hier expliciet toestemming voor is van onze toezichthouder). Waar er wel vooruit wordt gelopen op mogelijk baten dan is die als financieel risico benoemd.
Voor het begrotingsjaar 2026 is er sprake van een enorme terugval in inkomsten vanuit het Gemeentefonds (accres).
Tabel: Afwijking t.o.v. Kadernota
Afwijking t.o.v. kadernota (bedragen x € 1.000) | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Saldo kadernota 2023 | -1.381 | 365 | 155 | -2.930 |
Saldo Programmabegroting 2023 | 530 | 1.661 | 2.001 | -3.866 |
Afwijking t.o.v. kadernota: | 1.911 | 1.296 | 1.846 | -936 |
Toelichting verschillen ten opzichte van kadernota
In de onderstaande tabel is deze afwijking nader gespecificeerd inclusief duiding van autonome of overige ontwikkeling.
Tabel: toelichting verschillen ten opzicht van kadernota
Nr | Omschrijving (bedragen x € 1.000) | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | Autonome ontwikkeling |
---|---|---|---|---|---|---|
1 | Meicirculaire 2022 voor 2023-2026 | 6.962 | 7.320 | 8.666 | 5.572 | |
2 | Samenleving (sociaal domein): | |||||
2a | Jeugdzorg reëel begroten | -800 | -800 | -800 | -800 | Ja |
2b | Regiobegroting Jeugd | -110 | -110 | -110 | -110 | Nee |
2c | Versterking ondersteuning wijkteams | -105 | -104 | -104 | -117 | Nee |
2d | Eigen bijdrage huishoudelijke hulp vanaf 2025 | 254 | 260 | Ja | ||
2e | Stenfert | -100 | Nee | |||
-1.115 | -1.014 | -760 | -767 | |||
3 | Leefomgeving (fysiek domein): | |||||
3a | Versnelling van de energie- en warmtetransitie - baten | 827 | 1.035 | 1.248 | 1.659 | Nee |
Versnelling van de energie- en warmtetransitie - lasten | -827 | -1.035 | -1.248 | -1.659 | Nee | |
3b | Omgevingswet | -250 | -250 | -250 | -250 | Ja |
3c | ODRA | -100 | -100 | -100 | -100 | Nee |
3d | Gebiedsvisies buitengebieden | -100 | Nee | |||
3e | Omgevingsvisie buitengebied | -210 | Nee | |||
-660 | -350 | -350 | -350 | |||
4 | Bedrijfsvoering / overhead: | |||||
4a | Mutatie Afs en Rente PB23 | 85 | 29 | -344 | -508 | Nee |
4b | Professionalisering organisatie | -1.140 | -1.800 | -2.400 | -2.300 | Nee |
4c | Stelpost politieke wensen van de Raad (waaronder coalitieakkoord) | -500 | -1.250 | -1.250 | -1.000 | Nee |
4d | Totaal prijsstijging/inflatie | -1.000 | -1.000 | -1.000 | -1.000 | Ja |
4e | Ophoging OZB | 836 | 836 | 836 | 836 | Nee |
4f | Taakstellingen organisatie & frictiekosten | -1.050 | -1.150 | -1.250 | -1.142 | Nee |
-2.769 | -4.335 | -5.408 | -5.114 | |||
5 | Overige (samenleving, leefomgeving, bedrijfsvoering): | -507 | -325 | -302 | -277 | Nee |
Totaal aan verklarende posten | 1.911 | 1.296 | 1.846 | -936 |
Toelichting overige ontwikkelingen groter dan € 100 duizend op hoofdlijnen:
1. Meicirculaire 2022 voor 2023-2026
Nadere toelichting van deze financiële mutaties is terug te lezen in de bovenstaande tekst onder "Effect algemene uitkering" en in de memo 'Financiële effecten meicirculaire gemeentefonds 2022' dat op 21 juni 2022 met de Gemeenteraad is gedeeld.
2. Samenleving
- 2a. Jeugdzorg reëel begroten
Voor de jeugdhulp hanteren we het uitgangspunt reëel begroten. Dat betekent passende middelen om de hulp aan jeugdigen te bekostigen. In eerste instantie is dat incidenteel opgenomen in de begroting voor 2022 middels een ophoging. De noodzaak hiervoor is niet afgenomen. Voor 2023 en verder zetten we daarom deze lijn van reëel begroten voort. En dat betekent een structurele ophoging van de middelen voor jeugdzorg. Onderdeel hiervan is een – door macro-economische omstandigheden – fors hogere post voor indexatie dan voorgaande jaren gebruikelijk was. - 2b. Regiobegroting Jeugd
Binnen de regio is voorgesteld om voor de jaren 2023 – 2026 een budget beschikbaar te stellen voor een aantal regionale projecten op het gebied van Jeugdzorg, om te voldoen aan onze zorgplicht. Daarbij moet gedacht worden aan projecten op het gebied van verblijf, complexe scheidingen en bescherming en veiligheid. Het gaat om een bedrag van € 1.250 duizend per jaar waarbij het aandeel van Rheden € 110 duizend bedraagt.
- 2c. Versterking ondersteuning wijkteams
Het gaat hierbij om extra uitgaven die gemaakt worden om de toegang van cliënten tot de gemeentelijke dienstverlening en ondersteuning te verbeteren. In de decembercirculaire 2021 zijn hiervoor extra middelen toegekend.
- 2d. Eigen bijdrage huishoudelijke hulp vanaf 2025
De komende maanden gaat er een wetswijzing Wmo in consultatie. Deze maakt het mogelijk dat per 2025 een vorm van inkomensafhankelijke eigen bijdrage gevraagd kan worden voor de hulp bij het huishouden.
- 2e. Stenfert
In het kader van een integrale wijkaanpak is het project Stenfert opgezet. Hiervoor is in de Begroting 2023 een post van € 100 duizend opgenomen. Afhankelijk van de evaluatie in 2023 bekijken we of hiervoor een structurele post moet worden ingezet.
3. Leefomgeving (fysiek domein):
- 3a. Versnelling van de energie- en warmtetransitie
In afwachting van de resultaten van het Burgerberaad, gaan wij voortvarend aan de slag met energiebesparing en de warmtetransitie. We zetten in op energiebesparing door onze inwoners, instellingen en bedrijven.Bij de opwek van hernieuwbare energie stemmen wij regionaal af maar maken wij ook lokaal vooruitgang. Wij stellen ons op weg naar 2040 tussendoelen en sturen jaarlijks bij: doen we de goede dingen en doen we de dingen goed? We houden er rekening mee dat we hiervoor volledig door het Rijk worden gecompenseerd.
- 3b. Omgevingswet
In de Kadernota 2023 was het uitgangspunt dat we de Omgevingswet zoveel mogelijk beleidsarm / "technisch" zouden implementeren. Echter het implementeren van het nieuwe stelsel kan niet als een uitsluitend ‘technische operatie’ worden uitgevoerd, omdat de instrumenten en processen een sterke samenhang hebben met de inhoud en prioritering van beleid alsook met de veranderende rollen tussen Raad, College en samenleving (initiatiefnemers en belanghebbenden). Hiervoor nemen we over de jaren 2023-2026 € 1 mln. extra op, waardoor het totale budget uitkomt op € 3,5 mln.
- 3c. ODRA
Vanuit nieuwe wetgeving komen nieuwe taken bij de gemeente te leggen, die wij door de ODRA laten uitvoeren (20 duizend). Daarnaast vragen de ontwikkeling op het gebied van milieuadvisering een verzwaring van de beleidsfunctie, die van efficiency oogpunt bij de ODRA wordt belegd (55 duizend). Tot slot dient het archief te worden gedigitaliseerd (€ 20 duizend). - 3d. Gebiedsvisies buitengebieden
Bij de besluitvorming rondom het beleidskader energie en landschap in 2021 en de kadernota 2022 is het opstellen van twee integrale gebiedsvisies voor de gebieden bij Spankeren-Soerense Broek en De Beemd-Velp aan de orde geweest. De uitkomsten van het Burgerberaad worden hierbij betrokken. Voor het opstellen van deze 2 visies is in totaal een eenmalig bedrag van € 100 duizend geraamd en deze worden in 2023 ter hand genomen als voorbereiding op zowel de Omgevingswet als de Omgevingsvisie.
- 3e. Omgevingsvisie buitengebied
In oktober 2019 heeft de gemeenteraad de Omgevingsvisie Buitengebied vastgesteld. De raad heeft toen tevens besloten voor de uitvoeringsagenda van deze visie eenmalig € 210 duizend beschikbaar te stellen. Deze is niet eerder in de begroting verwerkt en mede door gebrek aan capaciteit en Corona is de uitvoeringsagenda nog niet voortvarend opgepakt. Voor aankomend jaar staat onder meer het opstellen van een landschapsuitvoeringsprogramma op de rol en dat betekent dat het eerder besloten budget nodig is.
4 Bedrijfsvoering / overhead:
- 4a. Mutatie Afschrijving en Rente
Dit betreft de afschrijvingslasten van het Meerjarig Investeringsplan en toegerekende rente. De hogere toename van de afschrijving en de rente in 2025 en 2026 is vooral het gevolg van investeringen in onderwijs en informatie/ICT.
- 4b. Professionalisering organisatie
In de afgelopen periode is, op basis van de uitvoering van de huidige en nieuwe opgaven waar we voor staan, inzichtelijk gemaakt wat de formatieve en financiële gevolgen zijn voor de uitvoering van (nieuwe) opgaven waarvoor we staan. In de kadernota 2023 is dit reeds aangekondigd. Hierbij spelen twee zaken. Ten eerste, de investeringen die nodig zijn om te transformeren naar een professionele toekomstbestendige organisatie. Dit is nodig omdat de lokale overheid steeds meer taken krijgt overgeheveld. De hieraan gekoppelde uitvoering vraagt van onze medewerkers andere vaardigheden waarbij inhoudelijke kennis, een zakelijk doch betrokken opstelling en wendbaarheid belangrijke ingrediënten zijn. Ingrediënten die resulteren in een professionele dienstverlening.
Ten tweede, inzichtelijk is geworden dat in de laatste jaren op een aantal onderdelen onvoldoende en/of niet realistisch is begroot, hetgeen heeft geleid tot een onevenredige veelheid aan externe inhuur. Dit heeft ook geleid in het voorzien in een structurele dekking voor structurele inzet. En tot slot onder dit punt, er is ruimte vrijgemaakt voor een noodzakelijke verhoging van het niveau van compliance door in te zetten op een hoger niveau van (juridische) control en kwaliteitszorg.
- 4c. Stelpost politieke wensen van de Raad (waaronder coalitieakkoord)
Reservering van financiële ruimte voor bestuurlijke wensen van de raad alsmede wensen uit het coalitieakkoord 'Rheden Groener, socialer, dichterbij'. Komende periode vindt nog afstemming plaats over de invulling ervan. Enkele voorbeelden van wensen uit het coalitieakkoord die nog verder worden ingevuld zijn versterken van de lokale ondersteuning, zorg en redzaamheid; aanpak van stikstof- en fijnstof uitstoot en het meer betrekken van onze inwoners bij ons beleid en de uitvoering daarvan. Ook biedt deze stelpost ruimte om specifieke wensen vanuit de raad (naast het coalitieakkoord) te accommoderen. Afhankelijk van de uitkomsten van de afstemming kan de stelpost nog worden bijgesteld en/of worden verdeeld over de programma’s / taakvelden. - 4d. Inflatie/prijsstijgingen
Dit betreft bijstellingen als gevolg van prijsstijgingen en inflatie:
- hogere energielasten (€ 539 duizend) als gevolg van geopolitieke ontwikkelingen
- aanvullende indexering zorg:
De budgetten voor Huishoudelijke Verzorging, Dagelijkse ondersteuning, Hulpmiddelen, Wmo en Jeugdzorg zijn in de Kadernota 2023 verhoogd met 3,72 % (in totaal € 967 duizend). Dit was een voorlopige inschatting. Op basis van het voorstel van de MGR voor de aanpassing van de tarieven 2023 worden de tarieven verhoogd met 4,90 %. Het verschil is voor HHT/Wmo € 124 duizend en voor Jeugdzorg € 183 duizend.
- voor onderhoud wegen en openbaar groen een ophoging van € 137 duizend.
- 4e. Ophoging OZB
Voor de opbrengst vanuit de onroerende zaakbelastingen (OZB) wordt uitgegaan van een stijging met het inflatiepercentage van 3% en een stijging van 6% voor realisatie ambities coalitieakkoord 2022-2026. De relatieve stijging van de tarieven wordt nader toegelicht in de paragraaf Lokale heffingen.
- 4f. Taakstellingen organisatie & frictiekosten
In het verleden zijn er taakstellingen opgenomen op het personeelsbudget zonder dat er sprake was van een onderbouwing. In de afgelopen jaren is gebleken dat deze taakstellingen niet haalbaar zijn en daardoor niet meer reëel zijn. In ieder geval niet zonder vermindering van bestuurlijke wensen. Er is er voor gekozen om deze taakstelling nu in 1 keer af te boeken zodat de begroting een realistisch beeld geeft. Daarnaast zijn hier ook personele frictiekosten voor de jaren 2023-2024 opgenomen (108 duizend)
- 5. Overige verschillen
Betreft het totaal van diverse overige bijstellingen van begrotingsposten samenleving, leefomgeving en bedrijfsvoering, waaronder diverse indexaties. Nadere duiding van deze posten is terug te vinden in de programma’s.
Belangrijkste financiële ontwikkelingen
Een samenvatting van de belangrijkste ontwikkelingen die een mogelijk significant financieel risico kunnen zijn voor onze begrotingspositie zijn te vinden in onderstaande tabel.
Tabel: Samenvattend overzicht risicovolle ontwikkelingen
Omschrijving |
---|
Programma 1 Samenleving |
|
Programma 2 Leefomgeving |
|
Programma 3 Bestuur & Organisatie |
|
Paragrafen: |
|
De financiële effecten van deze ontwikkelingen zijn vertaald in de begroting. De (resterende) risico's leest u terug binnen de individuele programma's, de paragrafen en in de risicoparagraaf van deze begroting.